Putten is een landelijke gemeente in het hart van Nederland. Er wonen ruim 23000 mensen. De oppervlakte bedraagt ruim vijfentachtighonderd hectare. De gemeente ligt gedeeltelijk in het grootste aaneengesloten bosgebied van Nederland, het Centraal Veluws Natuurgebied. Het grootste deel van het grondgebied van Putten bestaat uit landelijk buitengebied met afwisselend landschap van bossen, heide en weilanden.

De geschiedenis van Putten gaat ver terug. Uit 855 dateert het oudste schriftelijke bewijs, waaruit blijkt dat hier reeds sprake was van een gemeenschap van mensen. De aanleg van de spoorlijn in de negentiende eeuw haalde het dorp uit zijn eeuwenlange isolement. Het vreemdelingen verkeer begon zich te ontwikkelen. Pensions, en verhuur van gemeubileerde kamers kwamen in opkomst. Toen men aan het einde van de negentiende eeuw de waarde van de bossen als leverancier van zuivere lucht en van een gezond klimaat ontdekte, werd Putten een bekend vakantie- en kuuroord.

De gemeente heeft sedert 1944 ook bekendheid gekregen doordat - na een overval van een verzetsgroep op een Duitse legerauto in de nabijheid van kasteel Oldenaller- een groot aantal mannen naar Duitse concentratiekampen weggezonden. Van de 660 weggevoerden zijn er 552 niet teruggekeerd. Het door Mari Andriessen ontworpen monument met het door prof. dr. ir. J.T.B. Bijhouwer ontworpen symbolische kerkhof herinneren aan deze zwarte bladzijde uit de Puttense geschiedenis.

Na de tweede wereldoorlog is het bevolkingsaantal verdubbeld. De recreatie heeft een grote vlucht genomen. De fraaie omgeving met de vele ontspanningsmogelijkheden, de geografisch gezien centrale ligging en de uitgebreide voorzieningen op velerlei gebied maken Putten tot een geliefde woon- en recreatiegemeente.